Statistieken op Statcounter.com

Jeroen van de Merwe

 
Persoonlijke Gegevens
Naam:
Voornaam:
Geboortedatum:
Nationaliteit:
Adres:
Woonplaats:
E-mail:
Van de Merwe
Jeroen
27 juni 1978
Nederlands
Rijnlaan 29, 4615 CA
Bergen op Zoom
jeroen@vandemerwe.nl
 

Op een mooie dinsdag ochtend in juni '78 om 11:58 uur begon in Goes mijn carričre richting het onderwijs.

Tijdens mijn opleiding kwam ik naast leren lezen en schrijven, dagdromen en vanalles verzinnen dat zeer waarschijnlijk niet tot de lesstof behoorde, ook in aanraking met computers.

Graag hielp ik iedereen die problemen had of meer wilde weten over computers.
Altijd probeerde ik iedereen enthousiast te maken over het werken op en met de computer.

Toen kwam een goede maat met de vraag of 'ik het onderwijs misschien iets zou vinden?' ...

Curriculum Vitae
Opleidingen

Na 4 jaar Technische Informatica op het ROC Zeeland had ik nog geen zin om al te gaan werken, dus besloot ik verder te studeren. Na een mislukte poging om op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht te gaan studeren, ben ik naar de Haagse Hogeschool gegaan en heb Informatie Technologie en Informatievoorziening gevolgd voor 3 jaar.

Bij het inleveren van mijn scriptie werd er melding gemaakt van een presentatie voor een nieuw te beginnen Masterstudie Mediatechnology aan de Universiteit van Leiden. Deze presentatie en opsomming van te volgen modules spraken mij zo aan dat ik vervolgens twee jaar daar heb gestudeerd.

Hierna bleef de vraag naar nieuwe kennis altijd actief en ben ik een cursus Inleiding Psychologie gaan volgen, om te kijken of ik hierin iets kon gaan doen.

Toen diende zich een mogelijkheid aan om mijn technische kennis te combineren met het overbrengen hiervan: het onderwijs ...

2007-2008 Cursus Didactische Bekwaamheid BVE.
2006-2007 Cursus Inleiding Psychologie aan de Open Universiteit.
2001-2003

Masteropleiding tot Master of Mediatechnology bij het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS) aan de Universiteit Leiden.
afstudeerproject: Real-Life Adventure Game
1998-2001

HBO, Informatievoorziening & Informatietechnologie aan de Haagse Hogeschool
richting: mbit
afstudeeropdracht: Invoerapplicatie voor reisgidsen
1994-1998

MTS, Technische Informatica aan het ROC Zeeland in Vlissingen
richting: HBO uitstroomprofiel
1996

EXIN Modules (Praktijk Diploma Informatica)
1990-1994

MAVO, Goese Lyceum, Goes
vakken: nederlands, engels, wiskunde, natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, tekenen/kunstgeschiedenis
Loopbaan  
vanaf 08-2007 ROC Zeeland - Cluster ICT en Elektro
Docent B bij opleiding Mediavormgever en Mediaproductie.

2006-2007 Dutch Cleaning Mill b.v.
Kantoor medewerker, van voorraadadministratie tot hoofd automatisering.
Tevens de ontwikkelaar van een softwarepakket t.b.v. de voorraadadministratie en bedrijfsproces optimalisering.

2000-2005 Foobar - coding and design,
Eigen bedrijf met twee medestudenten in webdesign en webontwikkeling

1999-2006 Connexxion Citax te Goes,
Functie: taxichauffeur, alle personenvervoer tot 8 personen

2001 Cipix
Stageplaats om de afstudeeropdracht uit te voeren.
Afstudeeropdracht: invoerapplicatie voor reisgidsen

1997, 1998 Provincie Zeeland (directie WEB), vakantiekracht.
functie: systeem- en netwerkbeheerder

1997-1998 Oosterschelde College, stageplaats voor een periode van 6 maanden.
functie: systeem- en netwerkbeheerder

1996-1997 Provincie Zeeland (directie WEB), stageplaats voor een periode van 6 maanden
functie: helpdesk-medewerker

Naast de te volgen stages op de diverse opleidingen, ben ik als bijbaan ongeveer 7 jaar taxi-chauffeur geweest bij Taxi Citax Zeeland, later Connexxion Taxi services. In deze tijd heb ik redelijk wat mensenkennis opgedaan en heb ik geleerd om met mensen om te gaan, zowel lastige als heel gezellige mensen.

Na 7 jaar met onregelmatige werktijden en een dynamisch rooster waarbij dagdiensten, avonddiensten en nachtdiensten elkaar opvolgden, vond ik dat het tijd werd voor iets anders. Op dat moment kwam er een vacature bij Dutch Cleaning Mill in Middelburg, waarvoor ik reeds 2 jaar een voorraadapplicatie aan het ontwikkelen was. Tijdens mijn administratieve werkzaamheden, had ik de mogelijkheid om de applicatie goed te testen en verder te ontwikkelen. Ook hier heb ik door de dagelijkse werkzaamheden weer veel geleerd over de communicatie met mensen, vooral klanten buiten de landsgrenzen.

Op een dag, onderweg naar een verjaardag kwam mijn huidige collega Björn Mes met de vraag of het onderwijs iets voor mij was. Dit idee spraak mij zo aan, dat ik zelfs het gevoel had dat dit het gene was waar ik mijn energie en ideeën kwijt kon en waarnaar ik lange tijd op zoek ben geweest.

Na een gesprek met de teamleider van Björn en een gastles AJAX aan een 2de klas Mediaproductie, ben ik na mijn sollicitatie in Augustus 2008 aangenomen als docent B aan het ROC Zeeland in Vlissingen.

In de beginperiode van mijn aanstelling, heb ik een kennismakingsgesprek gehad met de nieuwe clusterdirecteur. Dit gesprek ging over de huidige situatie, maar ook over mijn ambities en visie binnen het ROC. Hiervan is een klein verslagje gemaakt.

Diploma's en Certificaten
  • Applicatiebeheertraining AMN Insight
    Vanaf schooljaar 2009-2010 laten we elke nieuwe deelnemer een intake test doen, waarvan de uitkomst vergeleken wordt met een landelijk profiel voor de gekozen opleiding. Zo kan de coach vanaf het begin van de opleiding een goed traject uitzetten en weet hij/zij precies waarop gecoacht moet gaan worden.

  • Didactische Bekwaamheid BVE

  • Assessorentraining door het Cito
    • Opdoen van relevante kennis met betrekking tot het beoordelen van beroepshandelingen;
    • Bewust worden van invloeden op de beoordeling;
    • Voorwaarden leren kennen om te komen tot een zo objectief en betrouwbaar mogelijk oordeel;
    • Interpretatiemogelijkheden van een observatie leren kennen;
    • Toepassen van verworven kennis in praktische situaties.
  • Toetsconstructie door het Cito
    • Indicatoren koppelen aan competenties en Dublin descriptoren
    • Normeren en cesuur
    • Toepassing van bovenstaande onderdelen in de eigen toetsen
  • Normeren en Cesuur door het Cito
    • Enkele problemen aangeven met betrekking tot normeren en wegen
    • Oplossingsgericht verwerken van de aangegeven problemen
    • Discussie en toelichting met betrekking tot normerings-/cesuurproblematiek
    • Systematiek van "zesjeskandidaat" hanteren bij eigen toetsen
    • Verwerken van cesuur en normering bij eigen gecontrueerde meetinstrumenten
  • Gesloten en open vragen door het Cito
    • Open en gesloten vragen beoordelen en contrueren aan de hand van een aantal toetstechnische criteria
    • Een toets met open en gesloten vragen construeren als eerste aanzet ter afsluiting van een module
 
Vaardigheden
  • Website ontwikkeling met (X)HTML, Cascading stylesheets en Javascript / jQuery
  • Adobe Photoshop
  • Adobe Imageready
  • PHP
  • Relationele databases (Ingres, MySQL)
  • SQL
  • Macromedia Dreamweaver
  • Asynchronous Javascript and XML (AJAX)
  • Microsoft Office
  • Microsoft Windows
  • eMbedded Visual Basic
  • Borland / Turbo Pascal 7.0, Ansi C
  • Apple OSX
  • Macromedia Authorware 4
  • Unix / Linux
 
Producten en Projecten
Projecten met Foobar
  • Vocom Automatisering
    Aandeel: ASP code t.b.v. de site beheer applicatie
  • Vocom Internet Services
    Aandeel: ASP code t.b.v. de site beheer applicatie
  • Thermopol
    Aandeel: Database ontwerp en PHP code
  • Travel King
    Aandeel:Tekst opmaak/indeling, PHP code en de site beheer applicatie in PHP
  • Mediatechnology website
    Aandeel: Het ontwerp en een deel van de PHP code
  • Retarco Benelux website
    Aandeel: Het ontwerp en de realisatie van de gehele site inclusief beheer applicatie
  • Brandstoftank Kijkdoos
    Aandeel: Het idee en de realisatie van de tank met de computer
  • Van Vliet Naaimachines
    Aandeel: Het ontwerp en de volledige realisatie inclusief beheer applicatie

Tijdens mijn studiejaren in Den Haag, had ik samen met 2 mede-studenten een eigen bedrijf. Deze jongens kende ik al vanaf de MTS en we woonden ook met nog een oud MTS-er samen in één huis in Scheveningen.

Met zijn drieën richtten we "Foobar - coding and design" op. Een web-bedrijf wat voornamelijk gericht was op het ontwikkelen van websites met een content-management-systeem (CMS). Met behulp van zo'n CMS kan de klant zelf de inhoud aanpassen, toevoegen en verwijderen. Hierdoor hadden wij minder tijdrovend onderhoud van websites en konden klanten snel en kosteloos wijzigingen aanbrengen in hun website zonder dat ze kennis hoeven te hebben van ingewikkelde code en opmaak.

Hiernaast staan een aantal projecten die we hebben gerealiseerd met Foobar.

   
Andere projecten

Naast de projecten die we met Foobar hebben ontwikkeld, heb ikzelf ook nog een aantal dingen gedaan, waaronder advertenties ontwerpen voor Flex Fitcenter en visitekaartjes voor de medewerkers van Dutch Cleaning Mill.

Tijdens mijn studie aan de universiteit werd ik nog gevraagd om samen met 3 mede-studenten een website te ontwikkelen voor de universiteit zelf. Deze website moest materiaal aanleveren voor werkstukken die gemaakt moeten worden aan het voortgezet onderwijs, in de hoop dat de scholieren die één van de onderwerpen van deze site zouden halen ook geïnteresseerd raken in studeren aan de universiteit. Ze hadden een soort gelijke website gezien bij de Universiteit Nijmegen en daar hadden ze de ervaring dat het aantal nieuwe studenten hierdoor positief werd beïnvloed.

Dit heeft geresulteerd in het Profielwerkstuk Steunpunt Leiden. Of dit ook het gewenste effect heeft gehad is mij niet bekend.

   
Visie op onderwijs

NU.nl artikelOp 8 mei 2008 werd het onderzoeksrapport Nationaal Stage
Onderzoek Docenten 2008 over begeleiding bij stages gepubliceerd. Daarin wordt geconcludeerd dat twee derde van de docenten die aan het onderzoek meededen geregeld moeilijkheden ondervindt bij de begeleiding van stagiairs. Volgens die docenten schort het nogal eens aan de begeleiding vanuit stagebedrijven, maar ook vinden ze de motivatie en het kennisniveau van studenten soms problematisch.

Dat laatste is ook voor mij herkenbaar. Natuurlijk is dit niet op iedereen van toepassing die op stage gaat of bezig is aan zijn/haar stageperiode, maar ik kan mij goed vinden in het motivatie deel van de conclusie.

Vaak ondervind ik dit zelf al in de periode voorafgaand aan de stage in de eerste twee leerjaren. Op de één of andere manier zijn deelnemers als ze op het MBO terecht komen niet te porren voor flink wat zelfstudie. In het competentie gericht onderwijs is een groot aspect van het onderwijs, zelfstudie en praktijk gericht leren. Echter hebben ze bijna allemaal het idee dat er nog steeds les gegeven wordt op de "ouderwetse" manier. Dus klassikaal en de docent voor de klas die een aantal lesuren zijn verhaal doet. Zeker in mijn geval hebben ze heel veel project-gericht les en moeten ze veel zelf uitzoeken en uitwerken. Ik vraag me regelmatig af hoe het toch komt dat ze zo slecht gemotiveerd zijn.

Daarbij kan je je een aantal vragen stellen:

  • Is het een generatie probleem?
  • Worden ze al op het VMBO of HAVO gedemotiveerd?
  • Vinden de deelnemers de lessen niet interessant genoeg?
  • Pakken wij als docent de lessen verkeerd aan?
  • Sluit de opleiding niet goed aan bij hun interesses en/of verwachtingen?

Wanneer het (voor een deel) aan de laatste vraag zou liggen, kunnen we dat mijns inziens redelijk snel tackelen door bij voorlichtingsavonden en -dagen de toekomstige deelnemer beter informeren over hoe en wat de opleiding inhoudt. Ook bij intake-gesprekken moeten we dan de nieuwe deelnemer duidelijk bevragen over zijn/haar ideeën bij de opleiding en ook duidelijk maken wat wij als opleiding verwachten van zo'n nieuwe deelnemer.

Wanneer het in de generatie van deze tijd gebakken zit, kunnen we dat niet zomaar 123 oplossen. Dan moet zoiets breder in de samenleving opgelost worden en moeten ook ouders bij zoiets betrokken worden. Ook zullen we daar bij lesprogramma's wel rekening mee moeten houden en toch wat aanpassingen doen zodat we toch ergens iets van enthousiaste naar boven te halen en ze meer te motiveren.

Sowieso moeten we altijd blijven evalueren of we het als docent zelf ook wel goed aanpakken. Als we dit niet meer doen dan bestaat altijd de kans dat dingen verouderen en we niet "meegroeien" met de nieuwe deelnemers. Hiermee is ook de vraag verbonden of de deelnemers de lessen wel interessant genoeg vinden. Als we het als docent goed aanpakken, worden ze in elk geval een beetje geprikkeld door de opdrachten c.q. lesstof en het verhaal van één van ons.

Als het ligt aan de voorafgaande opleiding en het niveau daarvan, kunnen we nog steeds zelf als MBO onderzoeken of we de aansluiting beter kunnen maken zodat de deelnemers niet het idee hebben dat ze verder kunnen met hoe ze op het voortgezet onderwijs hun werk deden en hun houding daar. Op dat moment moeten ze gelijk bij (wederom) de intake en in de introductieperiode, een goed beeld krijgen van de opleiding die ze gekozen hebben en meteen duidelijk gemaakt moeten worden wat er van ze verwacht wordt. Dit sluit dus ook weer een beetje aan bij de laatste vraag die ik gesteld heb.

Samenvattend moeten we denk ik in elk geval ervoor zorgen dat nieuwe deelnemers en deelnemers in het 2de leerjaar meer gemotiveerd raken door kritisch onze lessen en lesstof onder de loep te nemen. Daarnaast moeten we ze duidelijk maken dat ze klaargestoomd worden voor het bedrijfsleven en wat er van ze verwacht wordt op het moment dat ze de beroepspraktijk in gaan. Als laatste moeten we potentieel nieuwe deelnemers beter begeleiden in de overgang van het voortgezet onderwijs naar het MBO en ook moeten we deze overgang beter organiseren, zodat deelnemers weer ge(re)activeerd worden en gemotiveerd aan de opleiding beginnen en vanzelf positief hun stageperiode ingaan. Als het lukt om de deelnemers gemotiveerd naar de stagebedrijven te krijgen, zal waarschijnlijk ook het kennisniveau geen probleem meer zijn en dat straalt dan ook weer af op de stagebegeleiders die de begeleiding beter oppakken.

Tenminste ..., dit zijn mijn gedachten daarover. Ik heb inmiddels ook wel geleerd dat het vaak anders loopt of heel erg moeilijk is om zo'n verandering voor elkaar te krijgen. Het zal in elk geval wel even duren voordat dit probleem is verbeterd.

Documenten (.PDF):


Loesje - Onderwijs 2

Een mede-cursist (Ira) van de PDD cursus liet mij een poster zien van Loesje (http://www.loesje.cc).

Deze vond ik opvallend, omdat tijdens een bezoek van de onderwijsinspectie aan ons cluster (ICT en Elektro) duidelijk werd dat een deel van onze deelnemers vond dat de studie in een kortere tijd kon plaatsvinden. Op het moment dat de inspectrice hierover begon in het gesprek met docenten reageerde ik hier nogal verbaasd over.

Mijn verbazing komt door mijn (misschien nog korte) ervaring op school dat deelnemers proberen om zoveel mogelijk vrij te krijgen en trachten zo weinig mogelijk te doen. Er is zelfs aan het begin van het tweede semester een brief naar onze cluster-directeur gegaan waarin werd beschreven dat een bepaalde klas het beu was om 4 dagen van de week tot half 4 op school les te hebben. Het argument daarvoor was onder andere dat een aantal van hun dan pas om half 6 thuis was.

Op het moment dat deze jongens en meiden in het bedrijfsleven aan de slag gaan, zullen ze over het algemeen een baan krijgen van 9 tot 5 en dan gaat dat bovengenoemde argument helemaal niet op.

Wanneer deelnemers naar hun mening wordt gevraagd, zijn ze meestal kritisch op school en hunzelf. Maar op het moment dat ze roepen dat het volgens hun allemaal wel sneller kan, terwijl ze aan de andere kant minder uren op school willen doorbrengen zullen ze toch ook hand in eigen boezem moeten steken en veel meer inspanning tonen en bereid zijn tot heel veel zelfstudie.

Mijn vraag is nu dan ook een beetje: in hoeverre moet je om de mening vragen van deelnemers en proberen ze te betrekken bij het inrichten van het onderwijs? Zijn ze in staat om daar een eerlijke en heldere mening over te geven?

ROC Zeeland
Gegevens instelling

Organisatie
ROC Zeeland biedt een breed en compleet aanbod van educatie- en beroepsopleidingen en is het kenniscentrum voor de regio.

  • ROC Zeeland staat voor kwaliteit, bereikbaarheid en
    toegankelijkheid voor iedereen;
  • ROC Zeeland levert een actieve bijdrage aan een pluriforme samenleving;
  • ROC Zeeland is klantgericht en stelt zich flexibel,
    innovatief en doelgericht op naar zijn gebruikers;
  • ROC Zeeland streeft, met in achtneming van ieders verantwoordelijkheid,
    naar onderling respect en waardering.

Motto: "Kwaliteit is bereikbaar voor iedereen."

Kernwaarden ROC Zeeland

Functie beschrijving

Een docent-B beslist over/bij:

  • Het verzorgen van het onderwijsleerproces;
  • Het uitvoeren van bpv-/stageafspraken conform het bpv-/stageplan;
  • Het opzetten van nieuwe modules;
  • Het uitwerken van onderdelen van het deelnemersbeleid in notities e.d.;
  • Het begeleiden van deelnemers (individueel of groepsgewijs);
  • De bijdrage aan de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van bestaande (standaard) contractactiviteiten.

De docent-B moet beschikken over:

  • Theoretische en praktische vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis en vaardigheden;
  • Kennis van culturen van op de instelling aanwezige deelnemers;
  • Inzicht in de bedrijven- en instellingenstructuur en inzicht in de taak organisatie en werkwijze van ROC Zeeland;
  • Vaardigheden in het motiveren en begeleiden van deelnemers;
  • Vaardigheden in het toepassen van diverse didactische methoden en technieken;
  • Vaardigheden in het uitvoeren van standaardcontractactiviteiten.

Mediavormgever beschrijving

Een mediavormgever houdt zich bezig met de vormgeving van allerlei media-uitingen. Dit kunnen zowel grafische, interactieve, animatie- als audiovisuele producten zijn.

  • De mediavormgever grafisch geeft vorm aan media met stilstaande beelden en teksten. Denk bijvoorbeeld aan advertenties, posters, huisstijldrukwerk, folders, brochures, kranten, boeken, foto’s, presentaties en verpakkingen.
  • De mediavormgever animatie/audiovisueel werkt met media waarin bewegend beeld en geluid centraal staan. Hij maakt bijvoorbeeld computeranimaties, av-producties, documentaires, reclamespotjes en videopresentaties.
  • De mediavormgever interactief ontwerpt interactieve media zoals websites, interactieve cd-roms/dvd’s en games.
  • De mediavormgever art & design maakt werk met een eigen stijl, uniek en origineel. Dat kunnen strips zijn of illustraties maar ook beeldend werk of VJ-producties.

Een mediavormgever heeft verschillende taken. Hij maakt het plan van aanpak; ontwikkelt het concept; creëert het ontwerp; bereidt de realisatie voor; begeleidt uitbestedingen en maakt de uiteindelijke media-uiting. Hierbij is van belang dat hij de opdrachtgever adviseert en aan hem zijn concepten en ontwerpen presenteert. Daarnaast beheert hij de hard- en software en beheert hij de database. Als zelfstandig ondernemer of freelancer stelt hij ook het ondernemingsplan op en voert dit uit, waarbij hij onder andere zijn bedrijf promoot en allerlei financiële zaken regelt.

ROC Zeeland logo

De beschrijvingen op deze pagina heb ik van de website van het ROC Zeeland geplukt als ook uit de functiebeschrijving gekopieerd die ik ontvangen heb bij de arbeidsovereenkomst.

Cursus Didactische Bekwaamheid BVE (DBB)

Om het diploma Didactische bekwaamheid in het BVE te kunnen halen moest er een portfolio ontwikkeld worden, met daarin een integratieve opdracht.

Het resultaat is deze portfolio. Deze wordt door de samenwerking tussen de HZ beoordeeld door hogeschool en kenniscentrum Windesheim te Zwolle.

Op de website van Windesheim staat de opleiding (daar heet de opleiding Pedagogisch didactisch diploma) als volgt beschreven:

Jongeren groeien op in een informatiemaatschappij en hebben een manier van informatieverwerking die meer met Einstein overeenkomt (creatief, multidisciplinair) dan met Newton (rationeel, logisch, lineair). Ze lezen nieuws als journalisten, kijken films als regisseurs en kijken naar reclame als reclamemakers. De huidige leerlingen zijn mediasmart en eisen eerlijkheid en openheid. Jongeren staan in constant contact met elkaar, waardoor informatie razendsnel verspreid wordt. Bij hen zijn technische functies ondergeschikt aan emotionele functies. Zij willen een tweerichting-communicatie en zijn gewend aan lezen en direct reageren.

De leerlingen van tegenwoordig hebben respect voor iedereen die authentiek is, oprecht met een ware identiteit. Deze generatie Einstein botst met de huidige groep docenten die eerder geassocieerd wordt met de generatie Newton. Om de jongeren niet te verliezen, vraagt de omgang met hen om een aanpassing van de communicatie en aanpassingen van het pedagogisch en didactisch handelen.

De cursus heeft als doel om de mogelijkheden te verkennen die ik als docent heb om beter aan te kunnen sluiten bij de deelnemer. Het gaat daarbij om aanpassingen van de communicatie, didactiek en pedagogiek.

 

Bij mijn aanstelling als docent bij het ROC Zeeland is mij verteld dat ik maximaal 3 jaar in dienst kan blijven zonder 100% onderwijsbevoegd te zijn. Ik hoop natuurlijk graag langer in dienst te blijven en het vak van docent mij helemaal eigen te maken, dus wilde ik weten wat daar aan te doen is.

Om helemaal bevoegd te worden als docent moest ik de cursus "Didactische Bekwaamheid BVE (DBB) " gaan volgen. In eerste instantie was het onzeker waar ik dat zou kunnen volgen, maar uiteindelijk bleek dat dit (gelukkig dichtbij) aan de Hogeschool Zeeland (HZ) zou kunnen.

Hogeschool Zeeland

Hogeschool en Kennisinstituut Windesheim

Integratieve opdracht

IGME - Introductie Grafi-media

De module Introductie Grafi-media heb ik geschreven voor de 3e klas Mediaproductie. Deze klas kwam begin Januari terug van stage en begon weer aan een schoolperiode. Ze moesten volgens het opleidingsplan nog een aantal eindtermen examineren en deze bleken uitstekend te combineren in één project. Dit werd het schoolfeest project. Ze moesten een schoolfeest organiseren met alles wat daarbij komt kijken en ze moesten de doelgroep voor dat feest, d.m.v. Brandactvation warm maken voor dit feest.

Ze moesten een poster ontwikkelen voor het feest, een website en een huisstijl handboek, zodat nog te ontwikkelen materiaal (zoals bijv. stickers) ontworpen zullen worden volgens dezelfde gekozen stijl.

Bij aanvang van de module heb ik, voordat ik ook maar iets verteld had, eerst de trailer laten zien van "The Dark Knight" om hun interesse te wekken. Deze heb ik gebruikt om het begrip Brandactivation te introduceren en daarna de module te presenteren. Toen duidelijk was wat ze moesten gaan bedenken en ontwikkelen, heb ik iets verteld over Brandactivation.

Eén van de onderdelen van het project, is het schrijven van een huisstijlhandboek. Zelf had ik daar niet heel veel kennis over en heb ik besloten om Diewertje de Mul uit te nodigen in de klas en haar een verhaal laten vertellen over het schrijven van zo'n handboek. Diewertje werkt bij het ROC op de afdeling Marketing en Communicatie en is betrokken geweest bij de ontwikkeling van de nieuwe huisstijl van het ROC Zeeland en dus ook veel bezig geweest met het huisstijlhandboek hiervoor.

Verder hebben de deelnemers aan het eind van blok 1 (na 9 weken) hun plannen voor Brandactivation moeten presenteren en hun Plan van Aanpak hiervoor moeten inleveren. De stof hiervoor kwamen na het huisstijlhandboek aan de orde.

In het lesblok erna konden ze aan de slag met het ontwikkelen van het feest zelf.

Na twee blokken (18 weken) moeten ze hun complete plan presenteren. Ze zijn op dit moment nog bezig, maar de tussenresultaten beloven mooie producten!

IGME ( .pdf documenten)

 

Mindmap

Eerste reflectie

1. Cursus PDA

Sinds augustus 2007 ben ik dus docent op het ROC Zeeland in Vlissingen. Ik kom niet uit een onderwijs familie en heb ook geen opleiding PABO of andere lerarenopleiding gevolgt. Mijn aanstelling was daarom ook op voorwaarde dat ik mijzelf didactisch en pedagogisch zou bekwamen als docent. Hiervoor heb ik van oktober 2007 tot en met juni 2008 de cursus PDA gevolgt.

Het eindproduct van deze cursus werd dit portfolio waarin ik moest aantonen hoe sterk ik op de verschillende competenties ontwikkeld ben en waar ik mezelf moet verbeteren of waar ik verder op moet bouwen.

In het eindgesprek kwam naar voren dat mijn leerkrachtstijl niet duidelijk uit mijn portfolio blijkt en ook de beschrijving van mijn competenties vrij technisch blijft. Ik heb daar nog veel over nagedacht en vind het eigenlijk niet zo gek dat dit naar voren is gekomen.

Ik heb zelf de opleiding Technisch Informatica gevolgt aan de MTS, wat een technische opleiding is. Hier leer je gegevens structureren en er informatie uit te halen die nodig is om je systeem of computer programma te ontwikkelen. Ik ben dus gewend om niet om iets heen te draaien maar om het direct aan te pakken.

Ik heb dus ook voor mijn portfolio geprobeerd om op een directe manier aan te geven waar ikzelf mijn sterke kanten zie en waar er nog problemen en ook kansen liggen. Dit is dus uiteindelijk niet helemaal gelukt, maar gezien mijn (niet onderwijs) achtergrond is dat dus niet helemaal verassend.

2. Mijn eerste ervaringen

Als ik goed nadenk, heb ik al in de periode voorafgaand aan mijn sollicitatiegesprek veel nagedacht of het onderwijs wel iets voor mij was. Je hoort best veel negatieve geluiden en zelfs op een eerder sollicitatiegesprek bij dezelfde instelling, werd mij gevraagd: “Waarom het onderwijs? Het is eigenlijk helemaal niet zo leuk als je denkt”. Het sollicitatiegesprek zelf was eigenlijk meer een ondoordachte actie mijnerzijds, maar later heb ik daar toch nog geregeld over nagedacht waarom me dat toen zo aantrekkelijk leek. Ook heb ik daar met een vriend (latere collega) Björn nog over gesproken. Wat vind hij zo leuk aan dat onderwijs? Eén van de belangrijkste dingen voor hem om in het onderwijs te werken bleek dus het omgaan met de studenten in die leeftijdscategorie en ze iets bij te brengen waar ze (later) iets aan hebben.

Wat mij ertoe bracht om de tweede keer te soliciteren was mijn idee om mensen iets te leren waar ze gemak van hebben later in hun leven, ze te inspireren om verder te denken en niet binnen een hokje te blijven denken en dat ze een paar jaar na hun studie terug denken aan een leuke tijd en natuurlijk ook ons als docent.

Ook Björn is een drijvende kracht geweest achter mijn besluit om docent te worden. Eén van de uiteindelijke redenen om de baan op te pakken was het idee dat ik samen met hem de opleiding Mediavormgever zou gaan dragen en verder ontwikkelen. Daarmee had ik dus een enorme backup en iemand met ervaring naast mij en had ik ook nog eens invloed op de verdere ontwikkeling en invulling van de opleiding.

Mijn eerste werkweek was een rustige. De lessen begonnen pas een week later en had ik dus wat tijd om te wennen aan de omgeving en de collega's, de meeste had ik zelfs nog les van gehad. Mijn eerste "vlieguren" voor de klas, waren op de introductiedag van de 41M – eerste klas Mediavormgever. Björn had op vrijdagen een papa-dag dus was ik degene die de nieuwe studenten uitleg moest geven over de volgende week, de regels in en om het gebouw en waar ze hun boeken moesten ophalen.

Eén van de eerste dingen waar ik me op had verkeken was het volume waarmee je voor een klas praat. Een student uit de klas die al twee jaar op het ROC zat (en dus een iets vlottere babbel had) vroeg of ik wat harder kon praten, omdat ik niet te verstaan was achterin. Ook later tijdens presentaties van studenten merkte ik dat mensen zich daar vaak op verkijken. Je moet best duidelijk en met redelijk volume praten om een klaslokaal te bestrijken, zeker ons twee keer zo lange Medialokaal.

Mijn idee voordat ik begon als docent, was om sowieso altijd een aardige en leuke docent te blijven. Je wilt zelf niet worden zoals je meest irritante docent. Toch je merk jezelf al snel dat dat niet gaat lukken, in elk geval niet altijd. Als ik surf op internet naar ervaringen en tips voor jonge docenten kom je dit ook vaak tegen als een valkuil voor jonge leerkrachten en docenten. Eén van een aantal tips (http://www.straksvoordeklas.nl/index.php/mijn%20vak/tips/5) om orde te houden in de klas, is creëer afstand tot de studenten. Dit helpt inderdaad maar past toch niet helemaal bij mij als persoon. Ik wil dat studenten naar mij toe komen als ze zitten met vragen en problemen. Zodra je meer afstand gaat scheppen werp je automatisch een drempel op. Daarnaast past dat niet meer zo in het competentiegericht leren. De rol van een klassieke docent wordt steeds meer dat van een coach die de studenten begeleid in het leren en ze leert leren. Ik vind het juist belangrijk om soms persoonlijk te worden, ook over mezelf. Dan weten ze wie ze voor de klas hebben en ik weet beter wat ik als studenten heb. Maar ik begrijp ook heel goed dat dat niet altijd kan. Vandaar 'soms persoonlijk'. Er zijn ook momenten dat je dat niet moet doen en die leer je langzaam maar zeker beter herkennen.

Vooral met de vierde klas Media (44M) had ik dit probleem al gelijk een beetje. Ik had deze klas voor projecten, dus gaf ik niet heel veel frontaal les maar toch vond ik het lastig om ze aan te spreken om bijvoorbeeld orde te houden. Een beetje met mijzelf als vierde klasser in het achterhoofd, zag ik hun als de klas die de opleiding bijna af had en toch niet veel meer wilden aannemen van mij als beginnend docentje. Daarnaast waren er met deze klas toch al de nodige problemen geweest in voorgaande jaren, waardoor ik me daar toch niet zo zeker voelde in die klas. Achteraf merk je toch wel dat ze je anders zien, toen ik bijvoorbeeld op stagebezoek ging. Op dat moment merkte ik dat één van die vierdeklassers mij toch wel als docent heeft gezien maar dat de houding in de loop der jaren is gegroeid door de problemen en niet zo zeer op mij gericht was. Dat geeft dan weer een goed gevoel waarmee je verder kan en waar je op kan bouwen.

Ook positieve invloeden werken natuurlijk heel erg mee. Wanneer er voor het eerst een student naar je toe komt met iets wat hij zelf heeft geleerd of bedacht wat geïnspireerd is door een aantal lessen, dan geeft dat een kick. Het was toevallig een techniek die ikzelf nog niet kende en wat ik dus van hem uitgelegd heb gekregen. Dat versterkte weer even mijn idee dat ik had van lesgeven: iets overbrengen en inspireren tot meer. Dat idee is het mijn hele eerste schooljaar blijven hangen en steeds werd dat bevestigd.

Studenten moeten het naar hun zin hebben tijdens hun schoolperiode en dingen opsteken. Dat is mijn doel steeds maar weer, ook al beïnvloed ik maar 1 student in een klas. Ook onderwerpen die niet in de lesstof horen, maar iets wat in het nieuws is geweest of iets wat ter sprake komt tijdens een praktijk les. Regelmatig haak ik daar even op in. Ik heb zelf best veel gedaan, meegemaakt en weet best veel (onnodige) feiten, dus ik kan best op veel dingen inhaken. Ik probeer wel vaak of ik het kan gebruiken om ze weer bij les te krijgen of hun lange termijn doel weer even helder te krijgen. Niet altijd lukt dat, maar het is vaak even een moment waarna ze weer aan de slag kunnen met hun project of opdracht.

Op mijn eerste jaar als docent kijk ik een beetje met gemengde gevoelens terug. Aan de ene kant vind ik niet dat ik al een goede docent geweest ben. Ik weet (doordat veel mensen in mijn omgeving dat zeggen) dat dat niet van de één op de andere dag kan en dat ik toch al ver gekomen ben, maar toch heb ik het gevoel dat ik meer moet doen en meer kan. Maar aan de andere kant, was het ongelofelijk leuk en interessant om met deze jongens en meiden om te gaan en ze een verhaal te vertellen en ze te begeleiden in hun studie.

3. Volgend schooljaar

Een ander punt wat aan de orde kwam tijdens mijn beoordelingsgesprek, was het ontbreken van onderbouwingen vanuit de literatuur. Ik had geen idee waar ik moest beginnen en ben toen begonnen met het lezen van het boek “Leren (en) doceren”. Dit boek stond op de boekenlijst van de studie maar had ik nog niet veel in gelezen.

Ik ben in dit boek op zoek gegaan naar theorie en tips waarmee ik in het nieuwe schooljaar aan de slag kan. Ik krijg in het nieuwe jaar een nieuwe taak erbij: coach. Ik moet dus meer gestructureerd gaan werken, wil ik de verschillende taken goed kunnen uitvoeren.

Tijdens het afgelopen jaar heb ik steeds geprobeerd om bij de start van een module een modulewijzer te schrijven waarin ik beschreef wat ik ging behandelen en welke opdrachten ze daarbij konden verwachten. Hier wil ik mee verder gaan en tevens deze wijzers uit te breiden en ze nog gedetailleerder beschrijven.

Daarnaast heb ik uit één van de lessen uit de PDA in gedachten gehouden om te beginnen met het examen of de toets en van daaruit de module te ontwikkelen. Dit wil ik ook gaan gebruiken en op deze manier een beter overzicht te krijgen over de modules die ik moet ontwikkelen. De studenten krijgen hiermee ook gelijk een goed beeld van de module en wat er van ze verwacht wordt na 8 of 9 weken. Ook wil ik graag weten wat de studenten verwachten van een bepaalde module, daarom wil ik in de eerste les van een module eerst vragen wat zij verwachten en denken te gaan doen. Misschien dat hieruit nog wat ideeën ontstaan om de module te perfectioneren en te zorgen dat hij aansluit bij de verwachtingen van de studenten.

Een minpunt dat tijdens een bezoek van de onderwijsinspectie naar voren kwam, was dat de studenten slecht weten waar ze terecht gaan komen en wat de relevantie is van modules met hun toekomstige baan. Daarom wil ik proberen om de modulewijzers zo te schrijven dat ze het verband met de praktijk steeds weer zien en de module als nuttig ervaren.

De meeste van mijn ideeën en punten die ik wil gaan uitvoeren volgend jaar, vond ik in een andere vorm terug in het boek “Leren (en) doceren” bij paragraaf 2.7 Leerstof in kaart brengen, gebaseerd op onderzoek van prof. dr. A. Pilot die onder andere expert is op het gebied van curriculumontwikkeling & didactiek. Hierin wordt beschreven dat je door middel van zogenaamde W-vragen te stellen een goed beeld kan krijgen van het onderwerp wat een rol gaat spelen in een nieuwe module. Deze W-vragen beginnen met: wie, wat, waar, waarom, hoe…

Bij de didactische vragen die je kan stellen over de nieuwe modules staan bijvoorbeeld:

  • Waarom is dit onderwerp of dit vak belangrijk?
  • Waar wordt dit onderwerp toegepast?
  • Wat is er moeilijk aan? Waarop moet de student vooral letten?
  • Welke andere vakgebieden hangen ermee samen?
  • Wat zijn de eisen die bij beoordeling gesteld worden?
  • Welke tentamenvragen zijn te verwachten?

Veel van deze vragen heb ik dus al onbewust gesteld en ga dus proberen om met deze vragen (en andere) modules vorm te geven en op basis hiervan een modulewijzer schrijven.

Nog een ander aandachtspunten volgend jaar wordt om tijdens mijn lessen rekening te houden met de leerstijlen van de diverse studenten. In mijn rol van coach weet ik van een groot deel van de studenten al wat hun leerstijl is. Deze wordt reeds in de introductieweken (met een Kolb leerstijlentest) naar boven gehaald en in de tijd erna regelmatig getoetst of deze nog steeds de belangrijkste leerstijl is. Hierdoor kan ik mijn lessen proberen zo in te delen dat iedereen (of zoveel mogelijk studenten) zo effectief mogelijk de stof in zich opnemen. Als eerste kan ik ervoor zorgen dat een les of module alle fasen uit de leercyclus van Kolb volgt. Ook kan ik gebruik maken van de voorkennis van de studenten.

Het boek beschrijft dat wanneer je gebruik maakt van vaardigheden die ze reeds beheersen, de studenten sneller nieuwe stof in zich opnemen en op een andere manier met nieuwe informatie omgaan en uiteindelijk beter leren. Dit kan door:

    • leerdoelen aan te geven in bijvoorbeeld een modulewijzer;
    • te brainstormen;
    • een verhaal te vertellen (uit praktijk of persoonlijk);
    • context aan te geven;
    • vragen te stellen;
    • inhoudsopgave van de module te geven in de modulewijzer;
    • video te laten zien;
    • schema's, tekeningen en tabellen te (laten) maken;
    • uitweidingen te bespreken (en proberen deze weer in context te plaatsen);
    • (praktijk) voorbeelden te geven / te laten zoeken en
    • vragen te (laten) stellen.

4. Conclusie

Alle onderwerpen waarop ik wil letten en die ik wil ondernemen in het volgende schooljaar, komen eigenlijk samen in mijn voorbereiding op een nieuwe module en de modulewijzer die ik moet schrijven wanneer ik een module moet ontwikkelen. Wanneer ik het voor elkaar krijg om al deze dingen te beschrijven in een modulewijzer, ben ik al halverwege. Sowieso zorgt het voor een duidelijk beeld over de module voor de studenten en geeft mij dat een rustiger gevoel. Hopenlijk zorgt het er ook voor dat de studenten de module activer gaan volgen en deze ook in de context van de opleiding kunnen zien. Bijkomend voordeel is dat ik bij aanvang van de module de toets ook al af heb en deze dus niet meer hoef te ontwikkelen.

Als laatste punt op mijn lijst, ben ik van plan om de studenten na afloop van de module een evaluatie te laten invullen, zodat ik de module weer kan aanpassen voor een volgende keer.

Sowieso blijft na mijn eerste jaar als docent het onderwijs nog steeds een uitdaging en boeiend vak. Ik heb ooit gevraagd aan Björn of het een afwisselende baan was en dat heb ik zeker zo ervaren. Ik ga dan ook met veel energie en ideeën het nieuwe schooljaar in om weer een nieuwe groep studenten te gaan vormen als Mediavormgevers.

Dit hoofdstuk is geschreven na het opleveren van de eerste versie van mijn portfolio. Op dat moment gaf dit nog geen volledig beeld van mijn vorderingen als docent. Vandaar dat ik hier geprobeerd heb te beschrijven hoe mijn ervaring zijn tot op dit moment en waar ik hierin mogelijkheden zie tot verbetering.

Daarnaast geeft het een aardig beeld van mijn eerste "vlieguren" als docent.
Onderwijs ontwikkeling en vernieuwing

Op het moment dat ik bij het ROC Zeeland aan de slag kon, werd ik niet alleen docent maar werd er ook verwacht dat ik zelfstandig onderwijsmateriaal zou ontwikkelen. Het merendeel van de modules die ik moest geven waren nog niet eerder gegeven of er waren in de voorafgaande jaren andere dingen ontwikkeld. Hierdoor heb ik al een aantal modulewijzers moeten schrijven en ook een aantal toetsen moeten maken en nakijken.

Ontwikkelde documenten ( .pdf)


Naast deze ontwikkeling van onderwijsmateriaal, zit ik ook in de werkgroep
"Herontwerp CGO " waarin we met een groep van 5 docenten de opleiding Mediavormgever opzetten. Ik ben daarin dan samen met een collega verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kant van dit herontwerp en heb ik samen met hem een aantal documenten geschreven om de structuur van deze opleiding te beschrijven, zoals bijvoorbeeld de niveau planning waarin op werkprocesniveau aangegeven wordt op welke moeilijkheidsgraad een module gegeven moet worden en wanneer een deelnemer op examenniveau zit.

Dit opleidingsplan (in ontwikkeling) heb ik ook reeds een aantal keer moeten presenteren aan ons cluster-management en aan derden om te laten zien hoe ver we stonden en wat onze ideeën zijn voor de opleiding.

 


1. Interpersoonlijk competent

Een goede leraar is interpersoonlijk competent. Hij kan op een goede, professionele manier met deelnemers omgaan.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    Ik vind het heel belangrijk dat deelnemers in de klas mij altijd kunnen benaderen wanneer ze ergens problemen mee hebben of theorie niet begrijpen. Ik verwacht wel altijd dat deelnemers zelfstandig werken en ook niet meteen maar de vinger omhoog steken. Daarbij komt ook dat ik vaak probeer te bereiken dat ze in een projectgroep problemen eerst zelf proberen op te lossen en niet verwachten dat ik als leraar hun probleem ga oplossen. Zo gaat dat in de beroepspraktijk ook niet.

    Ik denk dat deze schets ook redelijk naar voren komt uit de bovenstaande score. Wel geeft deze scan aan dat ik vaak nadenk over hoe ik handel en met de deelnemers om ga en dat ik vaak tot de conclusie kom (mede door bij collega's een kijkje te nemen) dat het in elk geval voor mijzelf beter kan.

Tijdens mijn tijd als taxichauffeur heb ik veel geleerd over vertrouwen en mensen op hun gemak stellen. Klanten bij een taxibedrijf moet hun vertrouwen geven in de taxichauffeur die voor komt rijden, daar hebben ze niet echt veel keus in. In veel gevallen gaat het om kinderen en ouderen, maar ook mensen met een lichamelijke handicap. Zeker voor de laatste groep kan het lastig zijn om altijd maar weer met andere chauffeurs mee te rijden en ze het volledige vertrouwen te geven. Daarom is het belangrijk dat een chauffeur altijd rustig, vriendelijk en empathisch is. Hierdoor kan hij de klanten op hun gemak stellen en zich inleven in de situatie van de klant.

Naast deze groep klanten, heb ik ook heel veel nachtdiensten gewerkt. Deze groep klanten, vooral jongeren, vraagt ook weer om een andere aanpak en omgang. Vooral wanneer ze onder invloed zijn, zijn de reacties zeer verschillend. De ene rit moet je omgaan met alleen feestgangers, de rit erna moet je iemand rustig houden die net betrokken is geweest in een vechtpartij.

Vooral de nachtdiensten hebben ervoor gezorgd dat ik heel normaal om kan gaan met jongeren in die leeftijdscategorie en het ook geen probleem vind om ze aan te spreken om hun gedrag. Dit gebeurde immers in de taxi ook wel eens.


Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

2. Pedagogisch competent

Een goede leraar is pedagogisch competent. Hij kan de deelnemers in een veilige werkomgeving houvast en structuur bieden om zich sociaal-emotioneel en moreel te kunnen ontwikkelen.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    Het is heel belangrijk dat een deelnemer weet waar hij/zij aan toe is en welk doel een module heeft. Voor elke module moet er een modulewijzer geschreven worden waarin per blok, van week to week beschreven is welke lesstof er behandeld wordt en worden de opdrachten vermeld.

    Een aantal van de modules waar ik docent van ben, waren nieuw of nog niet beschreven. Hiervoor heb ik modulewijzers moeten schrijven. Deze staan vermeld in het onderdeel "Onderwijs ontwikkeling en vernieuwing" hierboven.

    Verder moet een docent in mijn ogen ook altijd alert blijven op het gedrag van deelnemers, zowel binnen school als ook daar buiten. Een docent heeft een voorbeeldfunctie en zal altijd (dus ook in privé tijd) ongewenst gedrag moeten stimuleren en, indien nodig, corrigeren.

Als taxichauffeur heb ik ook regelmatig schoolkinderen moeten ophalen en wegbrengen. Een deel van deze kinderen zit op een school voor moeilijk opvoedbare kinderen.

Rijden met een busje vol kinderen, vereist redelijk wat concentratie. Daarom is het belangrijk dat de kinderen rustig blijven en blijven zitten. De chauffeur moet dus zorgen dat de kinderen luisteren en dat hij de situatie onder controle heeft. Veel kinderen proberen tot hoever ze kunnen gaan wanneer ze merken dat ze een nieuwe of andere chauffeur hebben dan normaal gesproken. Ik heb dit ook wel eens mee gemaakt en heb er toen voor gezorgd dat ik gelijk vanaf de eerste minuut duidelijk was over hoe ik wilde dat ze zich gedroegen in de bus en dat ik consequent bleef in mijn opvattingen.

Ook binnen het onderwijs is dit heel belangrijk. Wanneer deelnemers iets doen wat niet kan, moeten ze hierop aangesproken worden. Als je dat een volgende keer niet doet wanneer ze het weer doen, geeft dat indirect toestemming om het te blijven doen. Voor deelnemers is structuur in alles nodig en ook gewenst door henzelf.


Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

3. Vakinhoudelijk en didactisch competent

Een goede leraar is pedagogisch competent. Hij kan de deelnemers in een veilige werkomgeving houvast en structuur bieden om zich sociaal-emotioneel en moreel te kunnen ontwikkelen.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    Wat mij op viel is onderdeel 3.2. Daar scoor ik van bovenstaande onderdelen het meest afwijkend. Als ik die onderdelen bekijk dan kan dat ook wel kloppen. Wat ik tijdens mijn loopbaan in het onderwijs tot nu toe het meest lastige vind is het bedenken, schrijven en uitwerken van modules.
    - Hoe pak je dat gestructureerd aan?
    - Wanneer weet je of de stof genoeg is voor het blok?
    - Begrijpen de deelnemers alles?
    - Kunnen ze hun 'ei' kwijt in deze opdracht?
    - Hoe zorg je ervoor dat de moduleplanning haalbaar is?

    Gaande weg leer ik van elke gegeven module die ikzelf geschreven heb, hoe ik dat kan aanpassen en beter kan afstemmen. Bij elke nieuwe module gaat het verloop meer meer zoals ik het van te voren bedacht heb. Ik blijf hier echter nog steeds mee in de weer en wil proberen om het materiaal zo te ontwikkelen dat ik er zelf ook in volgende jaren plezier en gemak van kan hebben.

Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.


Naast deze quickscan heb ik mijzelf tijdens een les PHP gefilmd. Hieronder het filmpje.

Het is best vreemd en raar om jezelf terug te zien op een beeldscherm. Vooral natuurlijk het bekende stemgeluid, dat klinkt altijd raar. Het is daarom best lastig om dan jezelf te evalueren. Doordat ik een poosje bezig geweest ben met de montage van een samenvatting, heb ik mijzelf veel gezien en gehoord. Na een poosje kon ik op een meer afstandelijke manier kijken naar mijn filmpje.

Wat mij als eerste opvalt is, dat wat ik op het bord geschreven heb vrij klein is en lastig te lezen zo achter in de klas. Inmiddels worden veel van deze borden in lokalen vervangen door Smartboards dus dat probleem is makkelijk te verhelpen door dat meer te gaan gebruiken met een groot lettertype voor de tekst.

Veel computerlokalen zijn zo ingericht dat de docent de beeldschermen niet of nauwelijks kan zien, dus daarom loop ik vrij veel rondjes door het lokaal om dat ook een beetje in de gaten te houden. Zelf vind ik dat belangrijk. Een docent die achter zijn bureau blijft zitten als ze aan een opdracht moeten werken, is niet echt toegankelijk voor vragen volgens mij.

Tijdens het lesgeven is het soms niet helemaal te verstaan achterin, ik weet niet helemaal of dat door de camera komt of door mij maar deze klas vraagt normaal gesproken altijd veel dus ik ga er een (klein) beetje vanuit dat ze dat zouden zeggen als ik onverstaanbaar ben.

Nu ik zo zelf de hele les (tijdens het monteren) terug heb gezien vond ik het zelf nogal rommelig qua opzet. Ik dacht dat het redelijk logisch opgebouwd was toen ik de les aan het voorbereiden was, maar nu ik het terug zie zou ik nog iets meer tijd nemen voor uitleg en nog wat andere voorbeelden gebruiken. Ook zou ik de volgorde van onderwerpen nog iets aanpassen waardoor het iets rustiger gaat met de moeilijkheid en zou ik meer terugkoppelen naar de toets die vooraf ging aan deze les.


Gevolgde Cito-trainingen:

4. Organisatorisch competent

Een goede leraar is organisatorisch competent. Hij kan zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer in zijn groep of klas.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    In bovenstaande afbeelding begint de score goed, maar gaan de weg loopt hij terug. De opbouw van de onderdelen van deze competentie richt zich op het plannen en organiseren en gaat naar het uitvoeren van deze planning toe. Hier zit bij inderdaad een min-punt. Ik moet erg mijn best doen om precies mijn planning te volgen en ook consequent hiermee om te gaan.

Als persoon ben ik een beetje perfectionistisch. Vaak wil ik dingen regelen en organiseren tot in de puntjes. Ook met de ontwikkelen van een website bijvoorbeeld. Het kan heel lang duren voordat ik tevreden ben met het resultaat, maar uiteindelijk is het dan wel iets geworden wat ik bedacht heb.

Zo gaat dat ook een beetje met het ontwikkelen van modules. Vaak heb ik precies in mijn hoofd wat ik wil gaan doen en waar ik heen wil, maar ben ik niet zo goed in dat communiceren naar de deelnemers. Die komen regelmatig met vragen en onduidelijkheden over een opdracht.
Ik probeer dus elke module weer opnieuw of het beter kan dan de vorige keer en waar het mis ging in de uitvoering bij de deelnemers.

Ik verwacht altijd wel een mate van zelfstandigheid aangezien de deelnemers toch allemaal tussen de 16 en 20 zijn. Ik vind dat ze best in staat zijn om zelf dingen te ondernemen en uit te zoeken, alleen moet de docent ze hierin stimuleren en duidelijk maken waarom ze dat zelfstandig moeten doen.


Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

5. Competent in samenwerken met collega's

Een goede leraar is competent in het samenwerken met collega's. Hij kan een professionele bijdrage leveren een goed pedagogisch en didactisch klimaat op de school, aan een goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    Over deze uitkomst kan ik niet zo heel veel vertellen. Mijn collega's in het huidige team ICT zijn voor 75% oud-docenten uit de tijd dat ik zelf op het ROC rondliep. Zij kenden mij reeds en ik kende hun. Het enige wat vreemd was, was om ze vanaf het begin als collega te zien en niet als mijn docent.

    Het enige dat ik nog over deze score kan zeggen is dat de twee laagste scores voortkomen uit het feit dat er op dit moment nog niet zo heel goed wordt samengewerkt. In het herontwerp van de opleidingen gaat dit heel erg veranderen, dus bij een volgende test zullen ook deze hoger eindigen is mijn verwachting.

Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

6. Competent in samenwerken met omgeving

    Een goede leraar is competent in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij kan op een professionele manier communiceren met ouders en andere betrokkenen bij de vorming en opleiding van zijn deelnemers.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    De vragen die ik bij deze competentie moest beantwoorden, heb ik in de meeste gevallen fictief moeten invullen. In mijn korte loopbaan heb ik nog geen deelnemers moeten coachen en was ik nog geen mentor. Hierdoor heb ik nog geen contact gehad met ouders over deelnemers. Ik heb hier ingevuld wat ik zou doen en wat mijn gevoel daarbij is.

    Op het gebied van samenwerken met mensen van buiten de instelling kon ik beter antwoorden, omdat ik een aantal keer met een externe opdrachtgever heb gepraat waarvoor wij een project kunnen doen binnen de schoolsituatie.

Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

7. Competent in reflectie en ontwikkeling

Een goede leraar is competent in reflectie en ontwikkeling. Hij kan op een professionele manier over zijn bekwaamheid en beroepsopvattingen nadenken. Hij kan zijn professionaliteit ontwikkelen en bij de tijd houden.


  • CP | Resultaten QuickScan op Lerarenweb.nl


    Een eigenschap waar ik soms wel eens een beetje last van heb, is dat ik niet snel tevreden ben over iets dat ik gedaan of bedacht heb. Een deel is dat onzekerheid maar het grootste gedeelte komt dat doordat ik het idee heb dat iets beter kan of dat ikzelf beter kan. Hierdoor ben ik heel vaak bezig met het evalueren en reflecteren (ook regelmatig met mijn collega van Mediavormgever) op mezelf maar ook op mijn gemaakte werk. Hierdoor probeer ik steeds mijzelf en mijn werk te verbeteren tot een niveau waar ikzelf tevreden over ben. Daarnaast geeft dit de mogelijkheid om veranderingen in het beleid van ons cluster direct te verwerken, omdat ik regelmatig lesstof herzie. Tijdens de cursus DBB ben ik er dan ook achter gekomen dat ik hier minder last van moet hebben en dit moet zien als onderdeel van mijn functie en loopbaan als docent.

Voordat ik mijn carrière als docent begon, was ik bezig met een andere opleiding, Inleiding Psychologie. Die volgde ik aan de Open Universiteit bij de afdeling die in de HZ aanwezig is.

De inleidingsmodule van deze opleiding heb ik niet afgerond. Nadat ik gesolliciteerd had bij het ROC Zeeland was mijn aandacht alleen nog bij het (gaan) lesgeven. Ik heb toen veel met Björn Mes gepraat over lesgeven en het werk wat hij deed. Ook heb ik een gesprek met zijn teamleider gehad over mijn eventuele functie en werkzaamheden. In dat gesprek hebben we een gastles afgesproken die ik zou verzorgen voor de toenmalige derde klas. Eigenlijk vanaf dat moment heb ik besloten om psychologie even te laten voor wat het was en me op het onderwijs te richten.

Ik denk wel dat ik deze in de toekomst weer op pak, want ook in het onderwijs merk ik dat het erg nuttig kan zijn om ook psychologisch onderlegd te zijn.


Gedurende de cursus DBB, heb ik op lerarenweb.nl de CP|Quickscan ingevuld om erachter te komen hoe ik op dat moment ervoor stond.

Mijn voornemen is om dit aan het eind van de cursus te herhalen en te kijken in welke mate ik vooruit gegaan ben.

Het resultaat van deze CP|Quickscan is een taartpunt-grafiek en een pdf-document met de score per competentie.

Intervisie met een studiegenoot

Als je alleen bezig bent met een portfolio bouwen en hiervoor bewijs te verzamelen, kom je wel eens vast te zitten. Ik heb dat een aantal keer gehad, doordat je dan zoveel bezig bent met jezelf dat je dan het overzicht kwijt raakt. Om ook wat vaart erachter te houden leek mij het een goed idee om eens met een andere cursist af te spreken en praten over o.a. het portfolio en de cursus zelf. Ik heb toen afgesproken met Ira, die hier ook behoefte aan had en net als ik een beetje vast zat.

Voordat de cursus begon kenden we elkaar niet, dus het is erg moeilijk om dan een beeld te hebben van elkaars doceer-talenten. Het enige wat we kunnen vergelijken is de taart-grafiek van de quickscan op het lerarenweb.

Waarom doen we dat en wat doen we ermee?
Het viel ons op dat we bij bepaalde competenties (indicatoren) eenzelfde score hadden. Op basis hiervan ontstond een gesprek over “de goede docent”. We trappen blijkbaar in dezelfde valkuilen en lijken ook dezelfde opvattingen te hebben.

Gespreksonderwerpen: visie, deelnemers, collega’s, CGO, toetsing, de PDA opleiding, leerlingvolgsystemen, samenwerken, voorbeelddocenten, stappenplan en portfolios.

Gezamenlijke conclusies:

  • Een CGO gestuurde opdracht als een portfolio is iets wat nooit af is. Het is en blijft in ontwikkeling en deze vordering moet je continue kunnen bijstellen en aantonen. Volgens ons kan een portfolio dus niet op papier of op cd ingeleverd worden. Dit is dan ook de reden om ons portfolio vorm te geven als een website.
  • CGO is een goede ontwikkeling maar we verwachten wel organisatorische problemen. Bijvoorbeeld het introduceren in de praktische leeromgeving. Het vereist een grote omschakeling voor alle betrokkenen. Wij vermoeden dat een aantal docenten deze omslag niet goed kunnen maken. Of hierbij heel veel ondersteuning nodig hebben.
  • Quickscan: Jeroen is in alles iets beter dan ik. Of in ieder geval heeft hij zichzelf beter gescoord. Pedagogisch en interpersoonlijk lijken we eenzelfde inslag te hebben. Organisatorisch ben ik niet zo sterk. Dit is een zwakte van me… zie mijn SWOT.

Conclusies voor mijzelf:
Beiden lijken we op interpersoonlijk- en pedagogisch-vlak overeen te komen. Dit vind ik redelijk opvallen, of zou dit iets zijn wat veel beginnende docenten hebben door hun enthousiasme bij het beginnen in het onderwijs?

Verder lijk ik iets meer te reflecteren en mijn ontwikkeling daarop aan te passen.

Door het vergelijken van de quickscan van lerarenweb met iemand anders, kan je een beeld krijgen van elkaars sterke en zwakkere onderdelen en ook praten over hoe je die sterke onderdelen dan aanpakt en wat dat voor resultaat geeft. Dit is heel erg nuttig voor mijn eigen beeldvorming, zeker als dat gesprek met een andere beginnend docent(e) is. Je komt dezelfde fouten tegen maar ook kun je goede dingen overnemen of adapteren. Ook kan het een bevestigende werking hebben over hoe je tegen het onderwijs aankijkt, vooral nu met het herontwerp bij ons cluster van het didactisch concept.


Sterke en zwakke punten
  • Persoonlijkheid

    Een korte persoonlijkheidstest geeft het volgende resultaat:

    Een gebalanceerde persoonlijkheid

    Kernwoorden: attent, tolerant, aardig

    Over het algemeen lijk je iemand te zijn die zowel op komt voor zijn of haar eigen belang, als dat van anderen. Waarschijnlijk heb je geen moeite om anderen te helpen met het bereiken van hun doelen. Daarnaast heb je over het algemeen ook oog voor je eigen doelstellingen. Je bent een goede teamspeler, weet wat je wilt en kan goed omgaan met voor- en tegenspoed.

    Resultaat: Deze omschrijving klopt redelijk met mijn beeld van mezelf.

  • Persoonlijke SWOT analyse

    Strengths

    • weet wat ik wil
    • kan goed omgaan met voor- en tegenspoed
    • ben flexibel en bereid om anderen te accepteren

    Weaknesses

    • onzeker over eigen kunnen
    • bezig met teveel tegelijk
    • nog te slecht voorbereid

     

    Opportunities

    • goede teamspeler
    • zie overal kansen
    • luister vaak naar anderen en probeer standpunten bij elkaar te brengen

    Threats

    • negatieve beoordelingen van derden
    • nieuwe getalenteerde collega’s
    • ontwikkeling in vakgebied gaat te snel om bij te houden naast alle werkzaamheden

     

  • Reflecteren
    Volgens de quickscan ben ik redelijk in het reflecteren en evalueren van mijn werk. Zelf heb ik dat idee niet zo. Wel als het gaat om het schrijven van een module, maar evalueren in een klas heb ik nog niet gedaan. Tot nu toe ben ik veel met mezelf bezig geweest over hoe ik het zelf wil dat het gaat en daarnaast heb ik het idee dat op dit moment de deelnemers ook gevoelens in een evaluatie meenemen die betrekking hebben op de school. Het gaat namelijk niet helemaal volgens wens binnen de school op dit moment. Toch heb ik bij het schrijven van dit portfolio een vragenlijst gekregen van een collega van procestechniek (Erik) die hij ook gebruikt heeft. Deze heb ik aan een aantal deelnemers en collega's gestuurd met de vraag of ze deze konden invullen. Dit leverde toch wel problemen op. In veel gevallen komen dezelfde problemen / onduidelijkheden terug. Van sommige onderwerpen is bij de betrokkenen niet bekend of ik ze beheers, toepas of van op de hoogte ben. Het is dus lastig om een beeld te formuleren van derden over mij.

    Het resultaat op dit moment is dat:

    • er zijn twee collega's zijn die getracht hebben deze lijst in te vullen
    • en er ook twee deelnemers zijn die een vragenlijst ingevuld hebben terug gestuurd.

    Door het lage aantal reacties, hecht ik (nog) niet veel waarde aan de resultaten hiervan. Op dit moment is het voor mij belangrijk dat ikzelf tevreden ben over mijn functioneren. De onduidelijkheid kan te maken hebben met de omschrijvingen en formulering. Ik denk echter dat ik de volgende keer de feedbackscan van lerarenweb ga gebruiken, ik heb begrepen van collega's dat die beter werkt en de vraagstellingen simpeler geformuleerd.

Website korte persoonlijkheidstest:


Het blijft lastig om met jezelf bezig te zijn. Wanneer je iets tegenkomt dat niet goed gaat, is dat best confronterend. Ik had dan ook bij het opzetten van dit portfolio niet heel veel zin om te gaan graven. Echter toen ik eenmaal bezig was viel dit reuze mee en is het eigenlijk leuk om te doen. Natuurlijk is het nooit leuk om erachter te komen dat je soms dingen niet goed doet, maar toch geeft dat een impuls om dingen anders aan te pakken.

Ik had bijvoorbeeld een gesprek met mijn teamleider. Eén van zijn taken is lesbezoeken afleggen bij de docenten in het team, dus ook bij mij. Een belangrijk punt wat hem opviel was dat ik het vrij los laat in de klas. Wanneer ze zelfstandig aan het werk zijn, kan het nogal rumoerig worden en daar zou ik meer controle op moeten houden. Sindsdien ben ik daar op gaan letten en de jongens en meiden in de klas aan gaan spreken om ze door te laten werken.

Naast het gesprek met de teamleider en mijn filmpje van een les, vond ik van mezelf (als ik terug denk) dat ik sommige modules te weinig heb voorbereid. Hierdoor verliep het wel eens stroef en wisten ook deelnemers niet goed waar ze aan toe waren. Ik ben druk bezig geweest om dit te verbeteren. Het is nog niet helemaal gelukt, maar ik heb in elk geval alle modules in het laatste lesblok beschreven in een modulewijzer, zodat ik de deelnemers kon informeren over de stof van week tot week.


Persoonlijk ontwikkelingsplan
  • Doelstellingen

    Om bij te blijven in de huidige ontwikkeling binnen (nieuwe)media en mezelf verder te ontwikkelen ga ik op korte termijn:

    • meer lezen over onderwijs en het overbrengen van lesstof;
    • mijzelf Blender aanleren voor volgend schooljaar;
    • workshop plannen volgen;
    • een cursus volgen om mijzelf als coach te ontwikkelen;
    • meer leren over het voeren van een POP-gesprek met deelnemers;
    • meer lezen over overtuigen en draagvlak zoeken bij anderen om een plan door te voeren;
    • een module photoshop ontwikkelen zodat ik hierin ook les kan geven;
    • in september een aantal workshops volgen om mij meer te bekwamen als docent, vooral hoe deelnemers leren, wat hun leerbehoeften zijn en welke problemen daarbij kunnen ontstaan.

    Op langere termijn:
    • volgend schooljaar docentenstage lopen bij een filmproductie;
    • volgend schooljaar docentenstage lopen bij een collega opleiding aan een HBO instelling om het eerste leerjaar te leren kennen en betere aansluiting te kunnen ontwikkelen bij het MBO;
    • meer leren over conflicthantering;
    • meer leren over omgaan met agressie;
    • mij verder verdiepen in pedagogische en didactische vaardigheden.

  • Actiepunten
    • boek "Essential Blender" aanschaffen voor zelfstudie.
    • uitzoeken welke opleidingen er aansluiten bij Mediavormgever.
    • bij cluster-management informeren naar opleidingsmogelijkheden binnen het ROC (t.b.v. coach, POP-gesprekken voeren, enz.).
    • via Bart Meyer (een maat van mij) contact zoeken met de makers van "The Blue Horse".

Wanneer je op zoek gaat op internet naar dé manier om een POP te schrijven, zal je die niet vinden. Er zijn vele beschrijvingen te vinden over een POP en wat erin moet en de meesten verschillen.

Over het algemeen moet een POP bevatten:

  • doelstellingen op korte termijn
  • doelstellingen op langere termijn
  • acties op doelstellingen
  • loopbaanwensen / ambities

Verder is het beter om te proberen in een POP niet in vage termen te schrijven maar duidelijk scherp doelstellingen te formuleren. Dus bijvoorbeeld: "ik wil leren presenteren" i.p.v. "ik wil mijn spreken in openbaar verbeteren".